Menu Sluiten

Lentewandeling TCB 3 april 2022 (2/2)

Door de ogen van Jaap T.

De eerbiedwaardige toren uit het begin van de 13e eeuw van de Bartholomeus kerk in Noordlaren heeft veel gezien in zijn lange bestaan. Maar dit zooitje ongeregeld dat vanmorgen aan zijn voet door twee auto’s w0rdt uitgespuwd, komt vast niet naar de kerk. Misnoegd ziet hij toe hoe ze inderdaad amper acht  op hem en de kerk slaan maar schielijk achterlangs het hazenpad kiezen.

Onder het motto ‘Wie aan deze wandeling begint lijkt verloren, maar wie hem uitloopt is herboren’  werd de traditionele midwinterwandeling van de TCB ditmaal vanwege corona in de prille lente gehouden. Negen durfallen hadden zich om 13 uur bij de kantine verzameld en wandelen nu onder de bezielende leiding van de streng doch rechtvaardige hopman Jaap T. de provincie uit. Het vertrouwde Groningen ligt achter ze, Drenthe lonkt. In de sloten kwijnen de laatste resten sneeuw weg, de lente is inderdaad nog pril en broos. Bartholomeus is onder meer de patroonheilige van de schoenmakers. De kersverse voorzitter der TCB Gertrude en ook Steven kunnen wel een schietgebedje tot hem richten; Gertrude heeft een paar kekke maar verre van waterdichte sportschoenen aan  en Steven (normaal de gelaarsde kat) presteert het om op hagelwitte gympen te verschijnen. Gelukkig waren de weergoden hen goed gezind. Het is nooit geen weer, er is altijd weer en vandaag viel dat niet tegen; beetje zon, wat wolken, milde bries, temperaturen boven nul. Wie bij dit soort gelegenheden nooit onbeslagen ten ijs komt, is Henk. Ook vandaag paradeert hij weer rond in zijn ontdekkingsreizigersplunje. Geen asempje wind zal zijn lichaam beroeren, geen regendruppel komt verder dan een harnas van waterdichte kledij, geen ondergrond is hem te gek en in een spijkerbroek zal je hem niet aantreffen. Ook is hij  altijd voorzien van de laatste hightech-snufjes op zijn iPhone zodat romantisch verdwalen onmogelijk wordt. Aan zijn rugzakje (met vast nog veel  meer handige overlevingsspulletjes) bungelt een flesje gevuld met water uit Lourdes…

Het eerste hoogtepunt voor de vagebonden vormt een hunebed in Midlaren. Nee, twee zelfs, gezellig naast elkaar in de achtertuin van Fred en Wilma Flintstone. Ex-voorzitter Heidi wil gelijk gaan steengrillen en als Klaas nonchalant tegen zo’n reuzensteen gaat hangen is de associatie ‘obelix met een menhir op zijn rug’ snel gemaakt. Even verderop betreedt het gezelschap, nog steeds monter, het Zuidlaardermeer-gebied. De wat patserige nieuwbouwwoning wordt kritisch maar welwillend gemonsterd en even later komen enkele deelnemers bekenden tegen. Even bijpraten. De rest tuurt over het Zuidlaardermeer en probeert uit te vogelen welke gebouwen er aan gene zijde staan. Een wijde blik verruimt het denken. Mus is stellig, ‘dat daar is de Eemshaven’. Volgens Jaap M., man van de wereld, zijn de contouren van de Big Ben zichtbaar. Ook de opties suikerfabriek, apenrots en zwarte doos komen voorbij.

Het pad slingert door onverschillige weilanden naar een hoogholtjer (vernoemd naar Henk Holtjer natuurlijk), een heuvel van de derde categorie. De belendende molen met koolzaad (?) Is pittoresk en nodigt uit tot een  tableau de la troupe  foto waarop Jaap M. wat geheimzinnig aan zijn gulp zit te frunniken (nepnieuws volgens Jaap maar de beelden liegen niet).

De groep betreedt nu terra incognita, een nog nauwelijks ontdekt stuk nieuwe natuur bestaande uit moerasachtige stukken land vol snaterende en gakkende watervogels. ‘tusschenwater’ heet het hier. Een zwervend licht glijdt over de plassen en dat weet Maud heel mooi in beeld te brengen.  Een foto als een gedicht.  De vogels rumoeren maar de TCB- karavaan trekt verder. Voorzichtig wordt er nu aan de organisatie gevraagd hoe ver het nog is naar de dichtstbijzijnde herberg, de kilometers gaan tellen. Zuidlaren is niet ver meer. In ganzenpas lopen ze nu door een bos. De gesprekken onderling zijn soms oppervlakkig (‘hé lekker hier in de luwte, voel je de wind niet zo, toch?) Tot zwaar filosofisch (‘volgens mij schuilt de zin van het leven in het zoeken naar de waarheid en die vind ik in de goedheid van de mensen’). Gelukkig meestal daar ergens tussenin. Of bizar, zoals het verhaal dat Steven opdist. Hij is onlangs door de beveiliging van Warfheem uit het pand gezet omdat hij daar exotische reuzenslakken aan de man probeerde te brengen. Je kan ze nu voor 1 euro bij hem kopen. Een koopje want die beesten vreten je de oren van de kop, aldus Steven. Behendig slalomt hij en Gertrude om de zompige plassen heen die hun schoenen zouden kunnen bevlekken.

Het kloeke etablissement  waar  de TCB in Zuidlaren  wil neerstrijken  heet ‘grand café’. Er hangt een vaag briefje op de deur dat er 5 euro entree betaald moet worden. Francofiel Klaas stapt onverschrokken naar binnen en regelt dat ze gratis welkom zijn. Al bij binnenkomst wordt duidelijk waarom de bewoners van dit dorp zoeploarders genoemd worden. Er is een wilde orgie met muziek aan de gang en de alcoholdampen vullen de ruimtes zodat de laatste coronavirussen er met de staart tussen de beentjes vandoor gaan.  In de gelagkamer laat de TCB zich niet onbetuigd en klokt de opkomende spierpijn met een paar glazen bier (geen amblève) of wijn weg. Diva Maud blijkt de status van Maria Callas te hebben en wordt uitbundig door een fan gehugd. Jan Steen en Rembrandt kijken vanaf de wand welwillend toe. De stemming dreigt jolig te worden, dus is verlicht despoot Jaap T. onverbiddelijk en moet het gezelschap opbreken  voor de laatste loodjes. De gure wind valt nu pal in het gezicht en Noordlaren is nog 3.8 km. Volgens Henk. Die kilometers eisen hun tol. De gesprekken stokken wat en grote roerganger Jaap T. strompelt meer dan hij loopt en zoekt een boompje om te knuffelen.

Als de club na 13,5 km en 2.46 uur (data van Henk H.) weer langs de toren van Noordlaren  loopt wordt die geen blik waardig gekeurd; iedereen is ganz fertig. Ach, die Bartholomeus van de kerk  werd volgens de legende levend gevild, het kan altijd erger.

In de kantine is er soep. Geen traditionele erwtensoep, maar een prille lentesoep uit de keuken van Shyra H. Een mosterd-sinaasappelsoep met oesterzwammen. Vooral Jaap M. is zwaar onder de indruk van de combinatie van soep met sinaasappel. Dat krijgt hij nooit van Maud (die samen met Gertrude al is afgehaakt) voorgeschoteld. De soep wordt Michelinster-waardig geacht. Maar die heerlijke natte brij is slechts het voorspel voor de quizzzz, het stokpaardje van Jaap T. Iedereen is hondsmoe en wil naar huis maar veinst dat dit leuk is en buigt zich over onmogelijke vragen als: wat is het scheikundig symbool voor het element stikstof? Hoe heet de minister van buitenlandse zaken van Rusland? Is amblève nu een Belgisch biertje of een riviertje? Opeens tovert de quizmaster guitig een terecht vergeten groente uit het niks en vraagt naar de naam ervan. Het blijkt tevens de hoofdprijs. Het Gronings woord voor trottoir levert ex-voorzitter en rasgroningse Heidi een hoop kopbrekens en moppers op; ‘niemand zegt riepe hier’. Mus, Jaap M. en Steven  vinden de zangeres die geraden moet worden er leuk uitzien maar van voor hun  tijd (Linda Rondstadt). Steven B. heeft zich nog voor de laatste vraag al rijk gerekend en snoeft dat hij het woord al weet. Het blijkt een valse bingo. Klaas ontpopt zich daarentegen als een waarlijke bison futé  en gaat glunderend van trots met de gulden pastinaak aan de haal. Hij had de hint; ‘is grotendeels uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen, goed begrepen. Paardenslager bleek de voor de hand liggende oplossing. Opties als sigarettenautomaat, voddenboer, punkers, volkswagen-kever, dorpsomroeper, hotpants en videotheek vielen af vanwege te veel of te weinig letters.

De volgende  ochtend 4 april kende voor veel deelnemers een enigszins stroeve start. Ja, ze waren herboren, maar deze renaissance ging gepaard met flinke spierpijn. Enfin, pijn is tijdelijk, trots is blijvend! Op naar de editie van 2023.